Van shopping cart naar connected car

Mobiliteit, mobile connectiviteit en e-commerce gaan elkaar eindelijk ontmoeten. In Duitsland werd al door elektronicaketen Saturn geëxperimenteerd met de inzet van taxi’s voor een 1-hour delivery concept. Volvo maakt het nu mogelijk om pakketjes in je eigen auto af te laten leveren. En met een nieuw device kan je eindelijk gebruik gaan maken van de data die je eigen auto produceert.

De Volvo On Call-app stelt bezorgers in staat om orders ook in afgesloten auto’s te leveren, zonder dat de eigenaar van de auto daarbij aanwezig is. De autobezitter wordt via de smartphone (of tablet) geïnformeerd over het moment waarop de bezorgdienst bij de auto is om er iets in te plaatsen. De autobezitter moet eerst de aflevering accepteren en kan daarna een digitale sleutel verstrekken aan de bezorgdienst. Vervolgens is via de smartphone te zien dat de auto wordt geopend en wordt afgesloten. Na het afleveren wordt de digitale sleutel vernietigd. Het concept werd gelanceerd tijdens Mobile World Congress 2014 in Barcelona. Volgens Klas Bendrik, Group CIO bij Volvo Car Group, kosten mislukte first time deliveries de industrie momenteel 1 miljard euro, omdat deze orders daarna nogmaals aangeboden dienen te worden.

 

Het leek er even op dat de connected car ‘gekaapt’ was door verschillende partijen, waardoor het de vraag is of de autobezitter nog iets met de data kan. Maar met de Volvo app wint de connected car aan gebruiksmogelijkheden die gericht zijn op de bezitter zelf. Ook op het gebied van connected car data is er goed nieuws. De Automatic Link is een device dat de boordcomputer van de auto koppelt aan verschillende smartphone functies: de kaart en de GPS-sensor. De app van Link geeft vervolgens feedback over je rijgedrag zoals (te) snel optrekken/afremmen en je verbruik. Link bevat ook een emergency-functie die (als aan verschillende voorwaarden is voldaan) bij detectie van een crash na 30 seconden contact zoekt met medewerkers van Automatic. Zij schakelen hulpdiensten in en blijven aan de lijn totdat hulp is gearriveerd. Helaas, de emergency unit werkt op dit moment alleen in de VS. In Nederland zit overigens nog niemand klaar om eCalls aan te nemen, hoewel dat vanaf volgend jaar wel voor nieuwe auto’s een verplichting is (link aanbesteding). Mercedes-Benz liep al voorop: in samenwerking met Bosch Communication Centers werd het systeem al in de zomer van 2012 uitgerold in 28 Europese landen.

Het apparaatje wordt in de dataconnector van de auto gestoken en kost nog geen 100 dollar. Uiteraard doet de Automatic ook iets met de technische data die door je auto worden geproduceerd. Foutcodes en andere meldingen worden geanalyseerd en doorgestuurd naar je smartphone. Dat maakt het voor particulieren aantrekkelijk om zicht te houden op wat je onderhoudsbedrijf (of de leasemaatschappij, bijvoorbeeld via een Delphi module) allemaal beweert over rijstijl en noodzakelijk onderhoud.

Automatic wordt ondersteund door IFTTT, de app waarmee je bijvoorbeeld kunt instellen dat je partner een sms ontvangt op het moment dat je met de auto een bepaalde regio verlaat of juist bereikt: ‘ben onderweg’. Maar je kunt natuurlijk ook instellen dat je CV ketel aanslaat op het moment dat je bijna thuis bent. Moet je CV-ketel wel luisteren naar de connected thermostaat.

Het wordt spannend hoe smartphone en boordcomputer de komende tijd gaan samenwerken en wie welke software krijgt. Of het nog zin heeft om bij de aanschaf van een auto te investeren in aparte navigatiesoftware, valt te betwijfelen.

 

[wp_twitter]

De impact van het internet of things wordt zichtbaar

Hoe groot is de impact van het internet of things? Afgaand op de soms hoogdravende berichten uit de media lijkt het er op dat bedrijven en instellingen nog even achterover kunnen leunen. Maar schijn bedriegt: alleen toekijken levert het risico op van een achterstand.

De impact is al volop merkbaar en de uitdagingen blijven niet beperkt tot de whizzkids van IT, maar beïnvloeden de gehele organisatie. Het internet of things, of liever gezegd het internet of everything, gaat over sensors, netwerken, de verwerking en opslag van data, applicaties en beveiliging. Het is geen hype meer, zo blijkt uit de voorbeelden van bedrijven die zich voorbereiden op een nieuwe toekomst. Die voorbereiding vergt niet alleen een brede blik – wat staat er voor ons op het spel? – maar ook een transformatie van de complete organisatie. Het internet of things is meer dan het ‘aan elkaar knopen’ van enerzijds objecten en anderzijds IT. Tijdens de tweede Imtech ICT-rondetafeldiscussie onder leiding van Marco Gianotten met als thema het internet of things werd duidelijk: steeds meer bedrijven praten niet alleen over het internet of things, maar implementeren op dit moment concrete toepassingen.

Download verslag Imtech ICT rondetafeldiscussieLees het verslag van de Imtech rondetafeldiscussie met daarin onder meer een nieuw luchtmeetnetwerk in Eindhoven; een nieuw, groen en slim kantoorgebouw van Deloitte in Amsterdam; de kloof tussen IT-organisatie en operationele organisatie; en het kantelen en/of verdwijnen van bestaande business modellen als gevolg van het internet of everything. Download pdf


Wat is de beste interface voor het smart home?

Volgens IMS Research zullen er in 2020 meer dan 22 miljard connected devices zijn. Het internet of things wint aan toepassingsmogelijkheden als het energieverbruik van sensors verminderd kan worden en de chips kleiner worden. Ook het smart home krijgt dan een kans. Maar wat is de meest handige interface? Gaan we nog meer doen met onze mobiel of wordt het tijd voor een tweede interface? Dat laatste levert alle kansen op voor de smart watch fabrikanten.

2567381831G Switch
Wandschakelaar met Zigbee chip

Zigbee-chips van GreenPeak kunnen meten en zenden (‘sentrollers’). De Zigbee-chips wisselen data uit met controller-units op basis van radiosignalen. Ze kunnen overal worden ingebouwd, want ze zijn klein, energiezuinig en werken over een afstand die vergelijkbaar is met Wi-Fi. De signalen kunnen worden opgepikt door een centrale unit (bijvoorbeeld de settopbox, die steeds vaker de internet gateway vormt). Vanaf daar kunnen andere apparaten aanhaken via Wi-Fi, zoals laptops, tablets en smartphones. GreenPeak zet zwaar in op het smart home. Waar we nu nog een stuk of tien connected apparaten hebben, zit ons huis straks vol met sentrollers. Hoe gaan we dat allemaal bedienen?

Het besturen van functies in een smart home via de smartphone, een tablet of een pc roept vragen op. Om het smart home geaccepteerd te krijgen is het een voorwaarde dat we niet overspoeld worden door chips, apparaten en apps om alles in de gaten te houden en aan te sturen. De data die verzameld worden, lenen zich prima om geautomatiseerd (en met enige intelligentie) verwerkt te worden. Als er niemand in huis is (te bepalen door een bewegingssensor in combinatie met slotgegevens of geo-locatie van alle bewoners) kan de verwarming worden uitgeschakeld, maar als een van de bewoners vanaf kantoor met zijn vervoermiddel vertrekt met bestemming ‘thuis’, zou de kachel al vast in bepaalde ruimtes kunnen worden ingeschakeld – mits de temperatuur daar om vraagt. Wanneer je door het huis beweegt, kan de verlichting daarop reageren – maar met de nodige intelligentie moet een systeem een geheel andere actie kunnen ondernemen indien het alarmsysteem aan staat.

Gaan we het smart home bedienen vanaf de smartphone of de tablet? Het touch screen biedt mogelijkheden voor het werken met plattegronden en 3D weergaven. Maar waarschijnlijk is het aansturen van functies in een smart home gemakkelijker via spraak. Dat biedt kansen voor Siri, maar ook voor de smartwatch. Voor het geven van gesproken commando’s is een horloge namelijk een stuk handiger dan een smartphone: klein en altijd direct binnen handbereik zonder dat je hoeft te zoeken. En een smartwatch kan je commando’s opvangen terwijl je op hetzelfde moment iets anders doet met je smartphone. Dat biedt kansen voor de wederopstanding van het horloge, dat de laatste jaren van overbodig gebruiksvoorwerp is veranderd in een al even overbodig sieraad.

7896bd21ae8ea94ce076bcf7e58a6747_largeJe zou verwachten dat fabrikanten van smartwatches hierop aanhaken, zoals de Galaxy Gear, de Sony Smart Watch, de CUBIT (niet voor de pols bedoeld) en de Pebble. Maar de smartwatches die nu ontwikkeld worden, zijn vooral bedoeld als verlengstuk van een smartphone en sturen hoofdzakelijk notificaties door van (en naar) apps die op de smartphone staan. Alleen Apple zou met de iWatch (die nog op de markt moet komen) nadrukkelijk inzetten op besturing van elektronica in woonkamer ofwel domotica. Zo zouden bijvoorbeeld de verwarming, airconditioning, lichten, audio en video kunnen worden bediend.

De smart home app zal vermoedelijk op de smartphone belanden, maar ik voorspel dat de besturing van de app via een smartwatch verloopt. Daarmee verdienen de bedenkers van Knight Rider (“Follow that car, Kit”) alsnog de titel ‘visionair’.

 


Home smart home

LCDVroeger – in de jaren tachtig – piepte alleen mijn LCD-horloge als er iets aan de hand was: een nieuw uur of een alarm. Tegenwoordig laat mijn koelkast weten dat er een deur open staat; mijn afwasmachine en oven laten weten dat ze klaar zijn met hun werk; de auto laat weten dat de snelheid te hoog is om elektrisch te rijden of dat er vertraging in de geplande route is te verwachten. Of dat ik achteruit rijd, en dus moet opletten op het achteruitrijcamerabeeld dat laat zien wanneer ik iets raak. De tandenborstel piept dat ik weer 30 seconden verder ben. De OV chipkaart-lezer piept bij in- en uitchecken. De deuren van de tram en metro piepen vlak voordat ze worden gesloten. Zelfs wanneer het eindelijk stil is laat ieder apparaat weten dat het bestaat – met een LEDje, dat alleen maar uitdooft wanneer je het complete apparaat ontkoppelt van het elektriciteitsnet.

chipApparaten doen dus hun uiterste best om met ons te communiceren. Het blijft echter behelpen, al die piepjes. Binnenkort worden apparaten een stuk interactiever. We kunnen ze dan aanspreken via onze smartphone en de apparaten op hun beurt zullen ons precies vertellen waar ze mee bezig zijn. Wij mensen gaan het nog druk krijgen. Althans, wanneer we onze apparaten geleidelijk vernieuwen. De laatste generatie apparaten zal steeds vaker voorzien zijn van een chip, waarmee het apparaat kan worden opgenomen in een heel nieuwe ecosysteem.

Dat ecosysteem heet uiteraard het Internet of Things en dat wordt straks aangedreven door onder meer de Zigbee chip. Klein, energiezuinig maar met een flink bereik in meters als het gaat om het uitwisselen van (geringe hoeveelheden) data. Ideaal dus voor het dagelijks communiceren met bijvoorbeeld een settopbox of een webapplicatie.

20130923_195823
wireless thermostaat

In de voorbereiding van een interview met Cees Links (CEO van GreenPeak, fabrikant van Zigbee chips) verrichtte ik natuurlijk de nodige research. De Zigbee chip wordt onder andere gebruikt in draadloze thermostaten en daarvan staat er een bij mij in de woonkamer. Handig, want zo hoef je geen draden te trekken tussen thermostaat en CV-ketel. En je thermostaat is niet langer een of ander vreemde kastje dat aan de muur moet hangen. Bizar dat ik deze IoT-technologie al twee jaar in huis heb zonder het te weten.

Na het interview (dat plaatsvond op de drukbezochte media- en entertainmentbeurs IBC2013) liet Cees Links een draadloze lichtschakelaar zien. Niet te onderscheiden van de schakelaar die bij mij thuis in ieder vertrek te vinden is. Maar het exemplaar van Cees was met een klein stukje klittenband op de muur bevestigd. In de schakelaar een chip en een kleine dynamo, die bij ieder gebruik van de schakelaar voldoende spanning toevoegt aan de ingebouwde accu. Kortom, een volstrekt zelfvoorzienende en draadloze lichtschakelaar. De next step is natuurlijk dat we het hele huis – verwarming, apparaten, verlichting – bedienen vanaf een iPad of een smartphone. Daarvoor hebben we slimme apparaten nodig waarmee meer mogelijk is dan alleen op afstand aan en uit zetten. Want daarvoor hadden we in de jaren tachtig al de klapschakelaar (die ik ook nog wel eens met mijn elektronicadoos in elkaar heb gezet).

smart-home1

De apparaten moeten dus zelf intelligent worden of op zijn minst kunnen omgaan met informatie die van buitenaf komt. Zo lang apparaten nog dom zijn, moeten we het doen met een interface zoals de iPad – in de kern helaas nu al armoedig en ouderwets interface, want niets meer dan een online dashboard met schakelaars en metertjes. We kijken er immers niet meer van op dat we zaken draadloos (en via internet) kunnen regelen?

Het smart home omvat dus meer dan alleen ‘commando’s geven’. Het smart home is een huis dat luistert. Letterlijk, door te reageren op spraak (of gebaren) en figuurlijk door in te spelen op patronen in onze behoeften. En de interactie aan te gaan als er twijfel is: wil je muziek bij het eten? Is het warm genoeg? En ben je nog van plan vanavond weg te gaan?

We gaan dus toe naar een wereld met connected apparaten die de nodige intelligentie bevatten en die gaan interacteren met ons. Gezien de complexiteit die daarmee gepaard gaat (honderd apparaten die wachten op onze wensen en commando’s) ligt het voor de hand dat er een regisseur komt, een digitale butler. Dat kan een digitaal systeem zijn, met of zonder fysieke verschijningsvorm. En dat brengt ons weer terug bij Siri (twee jaar na de introductie uit de bèta fase, maar nog niet in het Nederlands) en robots.

Mijn voorspelling: binnen vijf jaar zijn de eerste huizen voorzien van geïntegreerde, spraak gestuurde systemen.