De guerrillatactiek van Uber en Airbnb

Uber en Airbnb doen een appèl op de neiging van consumenten om uitdagers als underdogs te zien. Maar in de praktijk negeren ze stelselmatig wet- en regelgeving en zoeken ze bewust de ruimte op, die overheden openlaten. Hun strategie heeft weinig te maken met disruptie of innovatie; het lijkt meer op een guerrillatactiek. Ondertussen proberen autoriteiten ‘het bedrijf’ aan te pakken, terwijl ze ‘het businessmodel’ ongemoeid laten. Het resultaat: ongrijpbare bedrijven.

Wat is de overeenkomst tussen Uber en Airbnb? Stel deze vraag aan tech-adepten en de kans is groot dat het antwoord woorden bevat als ‘digitaal’, ‘businessmodel’, ‘disruptief’ of zelfs ‘exponentieel’. Er is ook een andere overeenkomst. Beide bedrijven gaan lokaal de strijd aan met wet- en regelgeving. Ze ontkennen de nadelen en benadrukken de voordelen van hun businessmodel; pas als ze ernstige schade veroorzaken of oplopen, zoeken ze ‘de dialoog’. Overheden op hun beurt doorzien de strategie niet, maar koketteren nog steeds met hippe platformspelers en negeren de belangen van stakeholders. De strategie van Uber en Airbnb heeft weinig te maken met disruptie of innovatie; het lijkt meer op een guerrillatactiek. Als hun kansen keren, verplaatsen ze hun werkterrein.

Van A naar B

Uber is ongeduldig. Uber wacht niet op toestemming en wil ook niet compliant zijn. In veel Europese steden is Uber in conflict met overheden over de vraag of de activiteiten van de chauffeurs wel of niet onder bepaalde wet- en regelgeving vallen. Richting consumenten worden ritjes aangeboden: ‘wij brengen je van A naar B’, maar richting de wetgever stelt Uber zich op als slechts een platform waar vraag en aanbod samenkomen. Als het bedrijf teveel tegenwerking ervaart, ‘trekt het zich terug’ zoals in Berlijn en Hamburg en in München. Maar nog geen jaar geleden gaf Uber-ceo Dara Khosrowshahi alweer te kennen de Duitse markt opnieuw te willen betreden en daarbij alleen voor verantwoorde groei te willen gaan. Bij die nieuwe start werd in Düsseldorf direct al bestaande regelgeving genegeerd.

uber en airbnb

Deze moeizame relatie met lokale autoriteiten en regels zie je terug in meerdere landen. Recent oordeelde een Brusselse rechter dat de dienst van Uber in Brussel illegaal is. Alleen erkende taxichauffeurs mogen betalende passagiers mogen vervoeren. Een vergelijkbaar principe bestaat in de luchtvaart: als je als particuliere piloot tegen betaling passagiers meeneemt, heb je een niet alleen een ander brevet nodig, maar ook een vliegvergunning (AOC). Erkende taxichauffeurs in Brussel moeten voldoen aan voorwaarden: ze moeten over een medisch- en bekwaamheidsattest beschikken, vaste tarieven hanteren (er zijn minimum- en maximumtarieven) en moeten ook verplicht rondjes rijden, en herkenbaar zijn aan een taxi-lichtbak op het dak. En waar UberX in Brussel een premium merk is (dat nog wel mag opereren), staat UberX in Barcelona voor de eenvoudigste dienstverlening.

‘Meer duurzaam’

Uit de situatie in Barcelona blijkt dat de lokale weerstanden tegen Uber te groot worden, het bedrijf met een vorm van emotionele chantage komt. In Barcelona is dagenlang actiegevoerd door taxichauffeurs en Uber reageert daarop met het dreigement zich terug te trekken uit de markt. Ook in Madrid protesteren taxichauffeurs tegen het gebrek aan een level playing field: Uber hoeft zich niet aan de regels te houden die voor reguliere taxi’s gelden.

In Zwitserland stuitte Uber in meerdere steden op bewaren van de markt, de vakbonden en de autoriteiten. Na een reeks van rechtszaken stelde de lokale Uber-ceo Steve Salom in de zomer van 2018 dat de verdere expansie “minder agressief “zal zijn en “meer duurzaam”. Het lijkt verdacht veel op het eerdergenoemde charmeoffensief uit Duitsland. Het is symbolisch voor de manier waarop Uber werkt: het bedrijf strooit graag zand in de ogen van overheden. Het bedrijf is een platform, heeft geen chauffeurs in dienst, is niet verantwoordelijk voor de chauffeurs die ‘ondernemers zijn’, trekt zich terug, of stelt als de druk oploopt, toch aanvullende regels op voor de chauffeurs.

uber en airbnb

Dat laatste speelt nu ook in Amsterdam, waar Uber-chauffeurs betrokken waren bij meerdere dodelijke ongevallen in korte tijd. Voor het op verzoek en tegen betaling vervoeren van consumenten van A naar B heeft de overheid ooit regels opgesteld, waar de taxibranche zich aan moet houden. Die regels zijn opgesteld om consumenten te beschermen. De regels die Uber nu aan de chauffeurs wil opleggen, hebben ook betrekking op kwaliteit en veiligheid. Daarmee lijkt Uber op te schuiven van platform naar taxidienst. In Londen (maar ook in veel andere landen) werd Uber zelfs tijdelijk verboden omdat het bedrijf onder meer verantwoordelijk zou zijn voor een toenemend aantal ongelukken. Nadat Uber de app zo instelde dat chauffeurs maximaal 10 uur achter elkaar konden rijden, kreeg het in juni weer toegang tot de Londense markt.

Niemandsland

Ook de doorlopende discussie over de rechtmatigheid van Uber zou ertoe moeten leiden dat toezichthouders bovenop het bedrijf zitten, maar het omgekeerde is het geval. Dat betekent dat bij problemen de overheid op een achterstand staat; dat geeft Uber alle ruimte om eerst niet, daarna ontkennend en ontwijkend te reageren zoals gebeurd is rondom de ongevallen in Amsterdam. Pas als het water aan de lippen staat, komt het bedrijf met een aangepaste reactie en met voorstellen voor incrementele ingrepen op het gebied van de minimum eisen. Uber verandert daarbij niets aan het businessmodel zelf, dat een perverse prikkel bevat. De overheid richt zich in het gevecht tegen een bedrijf, maar in wezen gaat het om een businessmodel. Deze discrepantie is het niemandsland waar het bedrijf van profiteert.

Airbnb is nog lastiger te vangen

Ook Airbnb trekt zich weinig aan van andere stakeholders dan de directe gebruikers van het platform. Bij Airbnb is de situatie echter gecompliceerder dan bij Uber. Het concept (online vakantieverhuur) is gemakkelijk kopieerbaar. Dat heeft ertoe geleid dat er naast de hosts (verhuurders) en de afnemers ook een enorm ecosysteem is ontstaan van co-hosts, sleutelbedrijven, vastgoedinvesteerders en alternatieve platformen, waarbij de onderlinge relaties niet zichtbaar zijn. Een alternatief platform zoals Stays biedt 5.700 adressen in Amsterdam aan en adverteert met ‘no middle man’, maar verwijst door naar sites als HomeAways, Airbnb, Booking.com en VRBO (‘Vacation Rental By Owner’). Op al deze platformen zijn ‘gewone’ verhuurders net zo anoniem als commerciële verhuurpartijen. Het is niet ondenkbaar dat Airbnb zelf een groot deel van deze alternatieve platformen ondersteunt of zelfs optuigt. Ook de adressen van de aangeboden accommodaties zijn onbekend; de foto’s die worden gebruikt, bieden steevast een zeer beperkt uitzicht op straten en andere herkenningspunten. Die anonimiteit stelt spelers in staat hun aanbod overal online vindbaar te maken, maar tegelijkertijd uit de klauwen van de autoriteiten te blijven. Er is nauwelijks iets te controleren, het gevolg is dan ook dat er vrijwel niets wordt gecontroleerd.

Airbnb ongrijpbaar in Amsterdam

Met deze strategie maakt de Airbnb-industrie zich (net als Uber) ongrijpbaar voor autoriteiten. Het bedrijf lijkt per stad te bekijken wat de mogelijkheden zijn om tussen aangebrachte obstakels door te laveren. In Nederland was gemeente Amsterdam bijzonder trots op de totstandkoming van een convenant met Airbnb, dat in 2015 in werking trad. Maar Airbnb hield zich niet aan de afspraken en omdat Airbnb stevig doorgroeide (van nog geen 1.000 listings in 2012 naar 16.000 listings in 2017) kwamen er begin 2017 nieuwe afspraken waaronder het herhalen van een oude afspraak (maximaal 60 dagen per jaar verhuren). Ook deze afspraken hebben niet geleid tot aanpassingen in het businessmodel van Airbnb dat anonimiteit als uitgangspunt heeft en illegaal aanbod faciliteert.

uber en airbnb

Begin 2019 kwam de stad daarom met aanvullende regels: vakantieverhuur wordt gelimiteerd tot maximaal 30 dagen per jaar en voor vakantieverhuur geldt een meldplicht. Wat niet verandert: de gemeente blijft worstelen met een woningmarktvraagstuk en moet zelf blijven investeren in handhaafcapaciteit. Airbnb blijft passief waar het kan en zet de tegenaanval in als het businessmodel onder druk komt te staan.

Toerist moet overheid helpen

In Amsterdam verwijst men graag naar Barcelona, een stad die Airbnb na veel strijd onder controle zou hebben gekregen. Daar is halverwege 2018 inderdaad het mes gezet in het aantal locaties –ambtenaren konden met data van Airbnb tot op individuele adressen kijken en zo ruim 2.500 listings aanwijzen die Airbnb zou moeten verwijderen. Maar nog steeds is het aan de autoriteiten om illegaal aanbod op te sporen, aan te spreken en te beboeten – kosten: voor de gemeenschap – en weigert Airbnb opgelegde boetes te betalen.

Daarnaast reikt het probleem veel verder dan marktleider Airbnb, dat met 9.600 ‘geregistreerde’ listings slechts één van de spelers is. Het gaat om een veelheid aan platformen; een derde deel van de Spaanse hosts heeft vijf listings of meer. Kortom, net als in iedere andere stad ontbreekt het Barcelona aan grip op de vakantieverhuurindustrie als geheel. Daarom doet Barcelona sinds kort een appèl op toeristen, die zelf moeten nagaan of hun vakantieverhuuradres legaal is.

Maatregelen

Ook in New York stuit het openbaar bestuur op een industrie die primair gericht is op ongrijpbaar blijven. Na een serie rechtszaken is besloten dat verhuurplatforms gegevens over kamers en appartementen moesten delen met de lokale overheid – met als verwacht resultaat een halvering van de business van Airbnb. Nu is die verplichting opgeschort omdat de nieuwe regels worden aangevochten door Airbnb. Critici stellen dat er circa 11.000 woonadressen blijvend onttrokken worden aan de woningvoorraad wanneer Airbnb invoering van de opgelegde regels opnieuw weet te blokkeren. Vergelijkbaar met NYC geldt ook in San Francisco een maximale verhuurtermijn van 90 dagen per jaar en is onder meer een registratieplicht van toepassing. Het leidde tot ruwweg een halvering van het aanbod op verschillende platforms, maar stoppen met Airbnb betekent niet noodzakelijkerwijs stoppen met vakantieverhuur. De vraag is waar het aanbod zich naar toe verplaatst.

En in het Verenigd Koninkrijk heeft onderzoeksplatform The Ferret laten zien hoe Airbnb de vorming van nieuw, meer restrictief beleid in Schotland actief probeert te beïnvloeden. Ook in de rest van de UK is de vakantieverhuursector in twee jaar tijd met 200 procent gegroeid. In Dublin (Ierland) heeft een kwart van de aanbieders minimaal twee listings en komt het bestuur pas in de zomer van 2019 met maatregelen omdat in de stad de normale verhuur van woonruimte gedecimeerd is.

Naïef

Het is nu bijna twee jaar geleden dat NRC Handelsblad dat ‘ongrijpbare karakter van Airbnb’ aangreep in een overzichtsartikel. In Amsterdam heeft de gemeente nog weinig bereikt in de strijd tegen Airbnb. De verbazing neemt alleen maar toe nu blijkt dat 1.400 Airbnb-adressen in de stad vanuit het buitenland worden aangeboden.

Eerder schreef Marietje Schaake in NRC: ‘wees niet bang voor Uber’. Ze had daaraan kunnen toevoegen ‘en ook niet naïef’. Pas in 2017 ging ze vragen stellen – namelijk toen The New York Times onthulde dat Uber de eigen app en aanvullende technologie gebruikt om opsporingsambtenaren te identificeren met het programma Greyball, om ze daarna actief te weren als klant.

deel via twitter