404 – niet gevonden: Kenniseconomie

De JSF, de Fyra en NH-90. Het zijn drie voorbeelden van technologieinvesteringen waarbij we bewijzen over meer geld dan intelligentie te beschikken. Als het (snel) moet rijden of vliegen, gaat het mis. Nederlandse experts beslissen keer op keer niet voor proven technology, maar voor nieuw te ontwikkelen modellen, systemen en tracés.

jsfDe ontwikkelkosten van de JSF zijn al verdubbeld van 24 naar 45 miljard dollar en de kosten voor Nederland zijn opgelopen tot bijna 15 miljard euro. De opbrengsten van de deelname aan het ontwikkelprogramma vallen voor de Nederlandse economie veel lager uit dan de beoogde 8 miljard euro en defensie moet het gezien de exploitatiekosten me veel minder toestellen doen. De bedragen zullen de komende tijd verder moeten worden bijgesteld, aldus de Rekenkamer.

Voor de Fyra zijn investeringen gedaan in een nieuw hogesnelheidsnet (HSL) met een omvang van bijna 8 miljard, de twintig treinstellen kosten 400 miljoen euro en de exploitatie van het tracé heeft inmiddels een tekort opgeleverd van een miljard euro, terwijl zowel treinen als veiligheidssystemen niet deugen.

NH90De NH-90 is een defensiehelikopter waarvoor Nederland eind jaren 90 al is gaan betalen omdat het om een Europees ontwikkelproject ging. In 1998 werd de bijdrage in de ontwikkelkosten geraamd op 300 miljoen euro en werd 1 miljard euro gereserveerd voor de bestelling van 20 toestellen. Iets meer dan jaar later waren de ontwikkelkosten opgelopen met 163 miljoen euro. Begin februari moest de Nederlandse defensie terugvallen op Belgische marinehelikopters wegens aanhoudende gebreken.
Er wordt te weinig geïnvesteerd in het ecosysteem of in randvoorwaarden om de gedane investering ook effectief te kunnen gebruiken. Het is niet zo, dat er geen alternatieven zijn voor de gemaakte keuzen. Bij de NH-90, de JSF en de Fyra waren voldoende alternatieven beschikbaar die in sommige gevallen dichter bij de opgegeven specificaties kwamen.

Kinderziektes en aanloopproblemen horen gewoon bij een ontwikkeltraject, dat is ook zichtbaar bij de uitrol van Boeing’s Dreamliner. Het is voor de KLM, die eenvoudigweg te weinig schaalgrootte en kapitaalkracht heeft, de reden om niet vooraan in de rij te staan bij het bestellen van de fonkelnieuwe en allereerste versie van de 787. KLM is dan ook een bedrijf dat begrijpt dat het met aandeelhouders te maken heeft; de Nederlandse overheid functioneert duidelijk anders. Hoe anders?
Onze kenniseconomie is defect. Al enige tijd worden belangrijke beslissingen genomen op basis van geen, te weinig of verkeerde informatie. Er wordt in ieder geval niet geleerd. Er wordt beter geluisterd naar effectieve lobbycircuits dan naar experts. Ervaringen uit het recente verleden, ruimschoots beschikbaar, tellen niet mee.

In 1990 werd ingeschat dat de Betuwelijn een miljard euro zou kosten. De uiteindelijke kosten bedroegen 4,7 miljard en kwamen tegen de plannen in geheel voor rekening van de belastingbetaler. Ieder jaar wordt er meer dan 100 miljoen euro in de exploitatiepot gestopt, want de lijn draait sinds de start met verlies.
In 2002 startte Amsterdam samen met het Rijk aan de Noord-Zuid-lijn. Die zou 1,4 miljard euro kosten. Amsterdam zou 317 miljoen euro betalen, het Rijk de rest. In 2011 zou het project afgerond zijn. De teller staat nu op 3,1 miljard euro, de Amsterdamse bijdrage is meer dan vervijfvoudigd en de ingebruikname is op zijn vroegst in het najaar van 2017. Die gemeente heeft overigens twee parkeergarages op de planning staan (nabij de Hobbemakade en de Singel, beiden onder een gracht!) voor samen meer dan 100 miljoen euro.

Dus eh, kenniseconomie? Niet hier, maar kijkt u gerust even verder.