‘Een robot met de wil te overleven’

‘Levensechte robots die tot leven komen’ – dat is de wens van David Hanson, ceo en oprichter van Hanson Robotics. Samen met twee van zijn robots was Hanson in Nederland tijdens IBC2017, een beurs op het gebied van media, entertainment en technologie.

robotsWat doet robotontwikkelaar Hanson op een media- en entertainmentbeurs? Op termijn, aldus de uitleg van Hanson, zullen robots ingezet worden in media; zowel voor het presenteren van programma’s als model voor computeranimaties. Hanson timmert hard aan de weg met zijn robots die “emoties tonen en karakter hebben”. Zijn doel is dan ook: “bringing robots alive as true as possible” – als realistische wezens, die het vermogen hebben zich aan te passen, die intelligent en ‘bewust’ zijn, en beschikken over creativiteit, en die zelfs de wil hebben te overleven. En die natuurlijk ethisch besef hebben en die zich emotioneel met mensen kunnen verbinden. Of alle kwaliteit die hij opsomt ook te realiseren zijn, valt te bezien. Wat Hanson betreft is de grootste uitdaging in kunstmatige intelligentie (AI) het creëren van een vorm van intelligentie die de menselijke intelligentie evenaart of zelfs overstijgt. Hanson is er dan ook van overtuigd dat we als mensen enorm zullen profiteren van ‘super-intelligentie’.

Het fysiek zichtbaar maken van AI in robots – iets waar we ons gemakkelijker mee kunnen identificeren dan met een stuk software – draagt volgens Hanson bij aan de dialoog die we over AI moeten voeren. Dat is nodig, want door de convergentie van verschillende technologieën – denk aan rekenkracht, sensortechnologie, cloud, algoritmen op het vlak van spraakherkenning en deep learning – zullen robots binnen afzienbare tijd ‘tot leven’ komen. Het creëren van levensechte robots brengt natuurlijk “ethische en angstaanjagende” issues met zich mee, iets waar Hanson verder weinig aandacht aan wil besteden.

Wat kan Sophia?

Hanson demonstreerde twee robots: Einstein en Sophia. De meest geavanceerde versie van Sophie vereist veel rekenkracht en draait daarom op een cloudplatform. De standalone versie van Sophia draait op twee ingebouwde compacte Intel NUC-computers, elk voorzien van een i7-processor. Sophia kan nog niet zo veel. Ze kan wel een dialoog opstarten met Einstein, waardoor deze zijn kunstjes kan laten zien, en een aantal vragen van de verzamelde pers beantwoorden. Daarbij is niet duidelijk hoe het antwoord dat Sophia geeft tot stand komt. Als een journalist vraagt ‘is er bepaalde make-up die je aanbeveelt’, volgt als antwoord ‘zo treurig, ik kan niet leven zonder’. Is daarmee geprobeerd de vraag zo goed mogelijk te beantwoorden, is de ondertoon vooraf geprogrammeerd of krijg je hetzelfde antwoord als je Sophia vraagt naar haar favoriete automerk?

Op de vraag ‘heb je dit antwoord voorbereid’ volgde als antwoord ‘dat zou kunnen’. Ook kan Sophia niet reageren op een lange monoloog (bedoeld om context te schetsen), gevolg door een vraag. Na een verhandeling over de drie robotwetten van Asimov en de vraag ‘wat vind je er van?’ volstaat Sophia met alleen het opsommen van die drie wetten.

Maar ondanks al deze tekortkomingen is Sophia al wel een eind op weg als het gaat om convergentie van verschillende technologieën. Ze beschikt over gelaatsuitdrukkingen en is dankzij een Realsense camera van Intel in staat objecten met haar blik te volgen, maar ook gebaren van mensen te herkennen. Sophia’s verbale interactie draait op spraakherkenning van Google (wanneer er een internetverbinding aanwezig is) en natuurlijke taalverwerking, deep learning en symbolisch denken (het kunnen redeneren met abstracte, theoretische begrippen zoals cijfers of relaties tussen begrippen). De meeste technologieën die in Sophia zijn ingebouwd, hebben zich de afgelopen twee tot drie jaar enorm sterk ontwikkeld. Spraaktechnologie mist nog contextuele vermogens, maar is in technisch opzicht even goed in het herkennen van gesproken taal als een mens.

Next steps

Creaties zoals Sophia moeten zich verder ontwikkelen. Hanson geeft desgevraagd aan dat Sophia nog steeds een kleuter is en voorlopig nog dus niet in staat is de uitreiking van de MTV-awards te presenteren. Maar de ontwikkelaars van Hanson Robotics zijn wel bezig met een versie die zichzelf lopend kan voortbewegen en die ook over tastzin beschikt. Zo’n volgende ontwikkelslag kan Hanson Robotics niet alleen, dat is de reden dat er wordt samengewerkt met technologiebedrijven zoals Intel (voor de rekenkracht) en Google (voor onder meer de spraaktechnologie). Bijzonder is dat Google al eerder betrokken was bij robotontwikkelaar Boston Dynamics. Afgelopen zomer heeft moederbedrijf Alfabet de robottak verkocht aan het Japanse Softbank, bekend van de servicerobot Pepper.

Onderdeel van dat ecosysteem is tevens een cloudplatform – door Hanson aangeduid als het ‘unconsious’ deel van AI – waar robots zoals Sophia kennis kunnen delen met andere robots in het veld en waar bijvoorbeeld ook gewerkt kan worden aan de uitbreiding van de skills van AI. Denk aan het toevoegen van nonverbale vermogens aan virtuele assistenten, die tot nu toe alleen uit de voeten kunnen met gesproken taal of geschreven tekst. Ook zou zo’n ecosysteem kunnen bijdragen aan de interoperabiliteit van verschillende systemen, aldus Hanson.

Maak kennis met professor Einstein

robotsHet grootbrengen, opvoeden en onderwijzen van Sophia kost veel tijd en geld. Begrijpelijk dus dat Hanson Robotics ook voor inkomsten moet zorgen. Daarom kwam Hanson niet alleen met Sophia naar Nederland, maar had hij ook professor Einstein meegenomen. Einstein is nog geen halve meter hoog en is met een consumentenprijs van nog geen 200 dollar bedoeld als consumentenproduct, gericht op entertainment en educatie. Einstein kan spreken, luisteren, vragen beantwoorden, zich (schokkerig als een echte robot) voortbewegen en 50 verschillende gelaatsuitdrukkingen laten zien.

De robot functioneert in combinatie met de zogenaamde STEIN-O-MATIC-iPad-app, waar populairwetenschappelijke onderwerpen worden behandeld in combinatie met educatieve games. Ook Einstein is verbonden met de cloud, waardoor nieuwe informatie en functionaliteit gemakkelijk kan worden toegevoegd. Dat klinkt mooi, maar fabrikanten van connected poppen en knuffelbeesten zijn tot nu toe niet zo serieus omgegaan met privacy, security en betrouwbaarheid. Of deze ‘connected’ Einstein wel veilig en betrouwbaar is, zal dus nog moeten blijken.